Wat gebeurt er bij bedrijfseconomisch ontslag?
Werknemers kunnen te maken krijgen met zogeheten bedrijfseconomisch ontslag. Dat speelt zeker in economisch zwaardere tijden zoals de huidige coronatijd. Wat houdt dit ontslag in en waar moet je op letten?
Voor ontslag moet je werkgever een rechtsgeldige reden hebben zoals bedrijfseconomische redenen, langdurige ziekte of slecht functioneren. Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen heeft hij een ontslagvergunning nodig van het UWV of goedkeuring van een ontslagcommissie als deze in een cao voor je bedrijf of de bedrijfstak is ingesteld.
Redenen voor bedrijfseconomisch ontslag
De werkgever moet in de aanvraag voor de ontslagvergunning bij het UWV of goedkeuring door de ontslagcommissie de bedrijfseconomische redenen voor het ontslag onderbouwen. Het kan gaan om:
- het bedrijf zit in een slechte of slechter wordende, financiële situatie;
- werkvermindering;
- een bedrijfsverhuizing;
- (gedeeltelijke) bedrijfsbeëindiging;
- het vervallen van een loonkostensubsidie;
- organisatorische en/of technologische veranderingen, zoals automatisering.
Ontslagaanvraag
Als werknemer krijgt je van het UWV ook altijd de hele ontslagaanvraag. Daarna heb je altijd twee weken de tijd om hierop te reageren. Daarvoor krijgt je van het UWV een verweerformulier ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen. Hiermee kan je het bedrijfseconomisch ontslag aanvechten. Het UWV beoordeelt jouw verweer en de argumenten van de werkgever en komt tot een besluit. De gehele behandeling van de ontslagaanvraag duurt zo’n vier weken. Dit kan langer duren als er meer hoor en wederhoor of een (deskundigen)advies nodig is.
Afspiegelingsbeginsel
Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen via het UWV moet de werkgever het afspiegelingsbeginsel hanteren. Dat houdt in dat de leeftijdsopbouw binnen een bepaald functietype voor en na de ontslagen zo veel mogelijk hetzelfde blijft. De werkgever moet dan per leeftijdsgroep de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag voordragen. De cao-ontslagcommissie kan van het afspiegelingsbeginsel afwijken.
Wettelijke opzegtermijn
Als het UWV de ontslagvergunning heeft verleend of de cao-commissie goedkeuring heeft gegeven, dan moet de werkgever binnen vier weken de arbeidsovereenkomst met jou schriftelijk opzeggen. Hij moet daarbij een opzegtermijn toepassen die gelijk is aan de opzegtermijn in de arbeidsovereenkomst of de cao. Is deze er niet dan geldt een wettelijke opzegtermijn, met aftrek van de duur van de ontslagprocedure. De minimale wettelijke opzegtermijn bedraagt een maand.
Faillissement
Voor het ontslag is geen toestemming van het UWV nodig als een faillissement de reden ervoor is. De curator zegt dan de arbeidsovereenkomst namelijk op.
Wet melding collectief ontslag
Voor een ontslagaanvraag voor 20 of meer werknemers kan de Wet melding collectief ontslag (WMCO) gelden. De werkgever moet het collectieve ontslag dan melden bij het UWV en vakbonden met leden onder werknemers in zijn bedrijf. Daarbij moet hij met die vakbonden en de ondernemingsraad over het ontslag overleggen.