Nederlanders werken relatief veel thuis
Uit een enquête van Stichting Loonwijzer naar werk en privé tijdens de coronacrisis blijkt dat momenteel 43 procent van de Nederlandse ondervraagden vanuit huis werkt. Dat zijn er duidelijk meer dan in de buurlanden Duitsland, waar 28 procent vanuit huis werkt, en België waar 26 procent thuiswerkt. Ons land lijkt meer op Italië met 47 procent thuiswerkers en Spanje met 41 procent werkenden aan huis.
Wel lijken de meeste Nederlanders die deelnemen aan de enquête niet erg positief over het thuiswerken. Een businessconsultant klaagt bijvoorbeeld over de toegenomen werkdruk. “Het lijkt wel alsof er nog meer te werken valt. Ik heb de hele dag videoconferenties en vergaderingen, maar ze lijken een stuk minder doelmatig dan voorheen.” Een medewerker van een humanitaire organisatie wijst op de gezondheidseffecten. “Mijn mentale en fysieke gezondheid worden flink beïnvloed doordat ik meer tijd voor een scherm doorbreng. Het leidt tot vermoeidheid, hoofdpijn en slaaptekort.”
Meer meedoen door thuiswerken
Er zijn ook positieve geluiden over het gedwongen thuiswerken. “Ik kan nu meer meedoen met de maatschappij, omdat ik door ziekte al grotendeels aan huis was gebonden. Doordat mijn werk eindelijk meer is ingesteld op immobiliteit, bijvoorbeeld in de ICT en andere systemen, kan ik meer betekenen in mijn werk”, meldt een ondervraagde schoolbegeleider.
Zzp’ers en uitzendkrachten
Vanaf de start van het corona-onderzoek van Loonwijzer eind maart vulden wereldwijd 11.000 mensen de enquête in, waaronder ruim 700 Nederlanders. De vragenlijst richt zich op iedereen die werkt of normaliter werk heeft, dus ook zzp’ers en uitzendkrachten. Naast vragen over het werk komen ook vragen voorbij over de thuissituatie.
Bron: Stichting Loonwijzer