Door

Nieuwe Europese verordening regelt informatievoorziening over duurzame finance (ESG)

EU informatie duurzaamheid ESG

In mei 2018 publiceerde de Europese Commissie (EC) voor de uitvoering van een actieplan voor duurzame financiering drie wetsvoorstellen. Ruim 1,5 jaar later, op 9 december 2019, verschenen twee van deze voorstellen in definitieve vorm in het publicatieblad van de EU. Een verordening gaat over informatieverschaffing met betrekking tot duurzaamheid. Nina Peters, consultant bij consultancybureau Charco & Dique, gaat op basis van vijf vragen in op deze verordening.

De nieuwe Europese verordening is volgens Peters belangrijk. Verzekeraars, banken, beleggingsondernemingen, beheerders van een beleggingsinstelling, pensioenfondsen en financieel adviseurs krijgen namelijk met de nieuwe regels voor informatie over duurzaamheid te maken. Vervolgens heeft dat natuurlijk ook weer gevolgen voor hun klanten.

1. Wat verstaat de EC precies onder een duurzaamheidsrisico?

De EC geeft de volgende definitie: ‘een gebeurtenis of omstandigheid op ecologisch, sociaal of governancegebied die, indien deze zich voordoet, een wezenlijk negatief effect op de waarde van de belegging kan veroorzaken.’

Duurzaamheidsrisico’s betreffen dus alle gebieden van ‘ESG’ (environmental, social, governance). Peters: “We hebben het daarom niet alleen over klimaat- of milieugerelateerde risico’s, maar ook over risico’s als corruptie, mensenrechten controverses en arbeidsomstandigheden.”

2. Waarom een verordening over informatieverschaffing?

Het beheersen van ESG-gerelateerde risico’s is ontzettend belangrijk. Het identificeren en managen van risico’s wordt echter behoorlijk lastig als de juiste informatie niet beschikbaar is. “Volgens de EC is de informatieverschaffing aan beleggers op dit gebied nog onvoldoende ontwikkeld, omdat dergelijke informatieverschaffing nog niet aan geharmoniseerde vereisten onderworpen is”, vertelt Peters. “Vandaar dat de EC besloot om zelf zulke vereisten op te stellen.”

3. Voor wie gelden die eisen?

Beter kan volgens Peters worden gevraagd: voor wie niet? “De verordening is namelijk van toepassing op financiële marktdeelnemers en financieel adviseurs. Het gaat dus om een groot deel van de financiële ondernemingen. Zo zijn verzekeraars, verzekeringstussenpersonen, aanbieders van pensioenproducten, vermogensbeheerders, banken, abi-beheerders en icbe-beheerders allemaal te kwalificeren als financiële marktpartij. Verzekeringsadviseurs en beleggingsadviseurs kunnen op hun beurt worden gezien als financieel adviseur.”

4. Welke verplichtingen gaan voor deze partijen gelden?

Dat zijn er een heleboel. Zo moeten deze ondernemingen bijvoorbeeld:

  • informatie over hun beleid voor de integratie van duurzaamheidsrisico’s op beleggings- of adviesgebied publiceren;
  • informatie publiceren over hoe zij ongunstige duurzaamheidseffecten in aanmerking nemen bij hun dienstverlening (of uitleggen waarom zij dit niet doen). “Verricht de onderneming bijvoorbeeld due diligence naar de duurzaamheid van potentiële beleggingen? Op welke duurzaamheidsaspecten let de onderneming dan? En wat gebeurt er als een potentiële belegging negatieve duurzaamheidseffecten blijkt te hebben?”, legt Peters uit.  
  • duurzaamheidsinformatie op productniveau openbaar maken;
  • precontractueel informatie verstrekken aan cliënten over de integratie van duurzaamheidsrisico’s (en de rendementseffecten hiervan);
  • uitleggen hoe het beloningsbeleid spoort met de integratie van duurzaamheidsrisico’s.

“De precieze eisen – welke informatie voor welk product waar moet worden opgenomen – zijn tot in detail beschreven in de verordening. Ze zullen nog verder uitgewerkt worden in de gedelegeerde regelgeving”, verduidelijkt Peters.

5. Wanneer gaat het in en hoe moeten financiële partijen zich voorbereiden?

De meeste bepalingen van de verordening treden in werking op 10 maart 2021. Peters raadt financiële organisaties aan om op tijd te beginnen. “Allereerst is het belangrijk om na te gaan of de verordening op u van toepassing is. Is dit het geval, dan kunt u nagaan welke eisen precies van toepassing zijn. De volgende stap is nagaan welke informatie u momenteel openbaar maakt en kijken of er ‘gaps’ bestaan tussen de reeds gepubliceerde informatie en de informatie die u vanaf 10 maart 2021 moet gaan publiceren.”

Bron: Charco & Dique